´Roy vertelt dat hij volgende week samen met zijn voogd zijn biologische ouders gaat zien. “Vindt je het een beetje spannend om hen te zien?”, vraagt de pmt’er.´
In de affectregulatiefase wordt door het werken met het vaktherapeutisch middel meer naar de uitwisseling van gevoelens en betekenis gezocht.
Roy vertelt dat hij volgende week samen met zijn voogd zijn biologische ouders gaat zien. “Vindt je het een beetje spannend om hen te zien?”, vraagt de pmt’er. Roy antwoordt niet. De pmt’er vraagt of hij nog weet hoe zijn ouders eruit zien. Roy benoemt de uiterlijke kenmerken van zijn ouders. De pmt’er stelt voor om met materialen zijn ouders uit te beelden.
“Mijn vader heeft een gouden tand”, roept Roy en pakt een geel dopje. “Later als ik groot ben wil ik ook een gouden tand”, hij wijst naar een tand in zijn mond. Roy toont zijn spierballen en vraagt of hij net zulke grote spierballen heeft als zijn vader. De pmt’er zegt dat hij dat volgende week kan vragen. Op dat moment maakt Roy zich klein en zegt: “dat durf ik niet”.
De pmt’er spiegelt zijn houding en benoemt: “ik zie dat je je klein maakt en naar beneden kijkt. Betekent dit dat je bang bent?” Roy knikt en zegt dat hij niet weet wat hij kan vragen aan zijn ouders.
In het basisboek is casuïstiek van alle vaktherapeutische disciplines beschreven en illustreert de behandelwijze.
´Ayla geeft tijdens de eerste sessie weinig signalen over wat ze kan of wat haar leuk lijkt. Ze reageert vlak op de uitleg over therapie...´
´...kiezen is voor Pieter moeilijk,de therapeut let op lichaamshouding en -signalen en hakt een paar keer de knoop door.'
´Tim speelt alles snel en gehaast. De therapeut vertraagt het spel door in haar rol te benoemen dat ze buiten adem is en even gaat zitten om uit te rusten.´